Het verslag kan eigenlijk maar over één iemand gaan: Toni. De legende die meer geeft om zijn kat Willy dan om zijn vriendin. De man die Cork verkiest boven het leven met de godenzonen in Maastricht/Keer. De man die tijdens zijn afscheidsspeech alleen kan uitbrabbelen dat “wij” hem het plezier terug hebben gegeven dat hij kwijt was. Ga toch weg! En dat doet-ie dan ook.
Nu is het gebruikelijk in de voetbalwereld dat je een held uitgeleide doet met een geromantiseerd verhaal over zijn (sport)leven. Nu is het Roger Federer niet, daar kun je nog eens een stukje over schrijven, maar ik ga het proberen.
Toni groeide op een best ok wijkje in Maastricht. Het huis lag op de rand van Scharn en Heer. Een buurt waar je niet gelijk de raketten om de oren vliegen. Thuis had hij het best moeilijk. Het was een sober huishouden, waar voetbal eigenlijk de enige luxe was die men zich kon veroorloven. Vader Math werkte zich een slag in rondte, moeder Lily probeerde het huishouden draaiende te houden, maar kwam handen te kort. Verder was er ook nog een broer, maar dat is een triest verhaal, die was vanaf zijn 14e flink aan de drank. Niet echt een goed voorbeeld dus.
Toni liep daar dus tussen. Het was een verstandige en soms ook best eenzame jongen. Hij probeerde zijn moeder te helpen waar mogelijk, verdiende al snel geld bij voor het huishouden door een krantenwijkje te nemen. Dat heet: samen met zijn broer, maar die was de halve tijd te lam om de kranten rond te brengen. En dan ging kleine Toni voor dag en dauw op zijn driewieler de wijk rond.
Voetballen had Toni van zijn vader en ooms die voor roemruchte club speelden als MKC en Bosscherveld. Zelf speelde Toni met zijn broer op het buurtpleintje met de gebroeders Mingels. En om aan te geven dat ze het echt niet breed hadden: De doeltjes werden gemaakt van een omhooggeklapte putdeksel en een jas. Gelukkig werd Toni lid van de vv Scharn, de voetbalclub van de wijk met de mooie kantine aan de akersteenweg. Hier kon hij de sores van thuis even vergeten.
Eigenlijk is het nog een wonder dat het helemaal goed is gekomen met Toni. Zijn vader was veel weg, zijn broer was niet bepaald het voorbeeld dat grote broers soms kunnen zijn en op school ging het behoorlijk maar ook niet bijzonder. Om nog maar te zwijgen over de liefde.
Toni probeerde met vele meisjes een praatje aan te knopen. En soms probeerde hij er ook een te versieren. Maar de reacties waren: “Haha, met zo’n neus zeker.”, “Ik ben geen fan van Willy Brokamp.” en “Waarom sta je zo in mijn oor te tetteren?”. Nee, het bracht hem soms aan het huilen, alle meisjes geprobeerd, steeds weer met nieuwe energie, maar niets lukte.
Tot hij voor school naar een kamp in Hongarije werd gestuurd. Op school waren ze zijn vele gepraat ook een beetje zat en omdat Toni nauwelijks op vakantie kon, dachten ze hem hier een plezier mee te doen. Hij ontmoette daar een meisje van zijn klas dat veel aan liefdadigheid deed. Wederom deed hij zijn hele levensverhaal uit de doeken, wachtende op het moment dat dit meisje ook zou afhaken. Die was toch veel te knap. Maar wonder boven wonder bleef ze luisteren en aan de sessies leek wel geen einde te komen. Ze praatten de hele week door en hadden na terugkomst uit Hongarije een relatie. Ik durf gerust te stellen dat zij Toni op het rechte pad heeft gehouden. Met zo’n historie had dit ook anders kunnen aflopen.
Door die historie is Toni in het veld een voorbeeld van een man die zijn taken met verantwoordelijkheid oppakt. Hij neemt het voortouw, sleurt,trekt, duelleert, zanikt, vecht en doet alles om een wedstrijd te winnen. Zijn techniek is afdoende, maar houdt niet over. Karakteristiek voor hem was dat zijn eigen hand aan gruzelementen sloeg op de grasmat na een verloren wedstrijd. Die mentaliteit, het winnen en overwinnen van zichzelf heeft hem ver gebracht. Via Scharn a2, Scharn 4, Scharn 5, Scharn 4, Scharn 4 of 5 eindigde hij voorlopig bij Keer 2.
De afscheidswedstrijd van Toni werd door Keer 2 netjes met 8-0 gewonnen. Dit mocht ook wel weer een keertje want Keer 2 doet het de laatste weken slecht. Of zoals van Harrie moet zeggen: niet zo goed. De doelpunten kwamen van Geoffrey, Niels, Niels en Menno voor rust. Waarbij ik vooral de goal van Menno niet mocht vergeten (van Menno zelf niet). Menno schoot diagonaal van de linkerkant van de goal in de rechterhoek, hard, raak. Na rust maakte Drees de mooiste van wedstrijd. Het was een vrije trap die tegen de binnenkant van de paal in de lange hoek binnenviel. Keeper kansloos. De rest van de doelpunten (3) werden gemaakt door onze topscorer Lars. Maar dan niet die kleine achterin, Lars B. Die overigens een zeer goede wedstrijd speelde. Verder heeft Jeremy ook een niet te onderschatten bijdrage geleverd aan de overwinning, door zijn schoenen in de rust uit te lenen aan Henneke, die zijn schoen kapot had geschoten.
En zo neemt de verslaggever Henneke afscheid van Toni, die in zijn officiële afscheidswedstrijd een kleine 20 minuten meespeelde. Daarin kon hij geen potten breken, de wedstrijd was ook al lang gespeeld. In de verslagen ga ik zo’n kleurrijk persoon natuurlijk erg missen. Maar ik weet gelukkig dat een voetbalwedstrijd 90 minuten duurt, vriendschap een leven lang. Toni het ga je goed in Cork! De rest: Tot volgende week!